donderdag 21 maart 2019

De hectiek van de laatste fase

Onjeklonje.

De laatste versie van ons woordenboekdocument is nummer 714. Het had net zo goed 4711 kunnen zijn, want we hebben het al onnommelek veel keren veranderd en aangepast. Eerst had het 'moederdoc', zoals we het noemen geen nummer, maar op een gegeven moment zijn we gaan nummeren, om niet in de war te raken. We hebben dat allemaal wel eens meegemaakt, dat we de laatste versie van een document door een oudere vervingen. Je kan er 's nachts zwetend van wakker worden. Met een woordenboekdocument mogen dat soort ongelukken natuurlijk nooit gebeuren.

Waarom we het woordenboekdocument moederdoc genoemd hebben en geen vaderdoc? Dat weten we niet meer. Het zal wel komen omdat de moeder de oorsprong is van al het goede. Daarom hebben we het ook over onze moedertaal en moeder natuur. Niet voor niets staat ook in de boekenweek dit jaar de moeder centraal.

Met document nummer 714 – en hoeveel zullen er nog volgen? – bevinden we ons in de laatste fase van het woordenboek. Het is een hectische tijd. Na jaren van rustig voortbouwen aan onze woordverzameling bedachten we ongeveer een jaar geleden dat het wel handig zou zijn om achter in het woordenboek een register te hebben. Jaap bedacht er een mooie term voor: lemmawijzer. Daarmee kun je vanuit het Nederlands naar de Katwijkse lemma's (hoofdwoorden) in het woordenboek zoeken. Ook als je geen Katwijker bent, kun je op die manier je weg vinden in het woordenboek en ontdekken dat de Katwijkers voor het Nederlandse woord brutaal bijvoorbeeld onterjuin hebben. Voor de Katwijkers zelf is het natuurlijk interessant om te zien welke Katwijkse woorden er allemaal zijn voor een Nederlands woord. Jaap zei het dinsdag nog: 'Die lemmawijzer heeft echt een meerwaarde.'

Ondertussen is de lemmawijzer letter voor letter afgewerkt en met de sorteermachine van de computer in alfabetische volgorde gezet. Dat is in een paar seconden gepiept. Maar daarmee zijn we er nog niet. Zo moeten we woorden die de sorteermachine alfabetisch bij elkaar gezet heeft onder één Nederlands opzoekwoord groeperen. Een voorbeeld zijn de rederijmerken van de bomschuit. We zetten ze bij elkaar onder bomschuit (ingedeeld naar rederijmerk). Daar vinden we onder andere enkeldròòdhart, kaeman, uurglaeze en zwaeneman. Er zijn er nog meer, maar dat lezen we later in druk. Verder zijn er bijvoorbeeld nogal wat woorden voor het Nederlandse 'beetje'. Zoals grààisje, griezeltje, mossepik en snersje.

Groeperen is één ding. We moeten ook beslissingen nemen over allerlei alfabetiseringskwesties. Waar zet je in het moederdocument bijvoorbeeld de gevallen met apostrof, zoals d'r en z'n? Je kan ze aan het begin van een nieuwe letter zetten. Z'n zou dan boven het eerste woord bij de z komen. Dat is zààik (voor 'zeik, urine'). De apostrof is dan alfabetisch een soort nul, een lege letter die boven de a komt (de tweede letter in zààik). Je kan ook zeggen dat de apostrof in z'n een soort u-klank heeft. Het zijn kleine kwesties die heel ingewikkeld kunnen worden. We hebben nu besloten om de apostrof voor het alfabet te negeren. Z'n komt nu alfabetisch tussen zjurij (voor 'jury') en zo (met de betekenis 'hoeveelheid vis die een visserman gratis meekreeg aan het einde van een visserijreis').

Dinsdag zaten Jaap en ik midden in zo'n alfabetiseringskwestie toen Bert van der Meij belde voor het vertalen van de Kappie, de strip die iedere donderdag in De Katwijksche Post verschijnt. De kwestie waarin wij ons met het woordenboek bevonden was op dat moment zo belangrijk dat ik Bert gevraagd heb over tien minuten terug te bellen. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt, in al die jaren dat we aan het woordenboek werken. De situatie was uitzonderlijk precair en we mochten de draad niet kwijtraken. Het leek wel wiskunde waar we mee bezig waren. Een lezer zal het later als het boek gedrukt is nooit zien of opmerken. Toch willen we dat het allemaal klopt, dat het woordenboek goed in elkaar zit en consequent is. Dat er geen komma verkeerd staat. Al was het maar voor onze eigen gemoedsrust.

Toen Bert uiteindelijk terugbelde, moest het allemaal zo snel mogelijk, wist ik niet waar de grap over ging en wat ik nou precies vertaalde. Of het goed komt met de Kappie deze week weet ik ook niet. Toen het telefoontje klaar was, moesten we weer zo gauw mogelijk verder. Voor de Katwijkers en al die mensen buiten Katwijk, voor wie we ooit aan deze klus begonnen zijn.

Leendert de Vink