Katwijkse woorden en uitdrukkingen III
Ik las in het Leidsch Dagblad dat het kunstwerk 'Maatjes' van Gerard Brouwer een plek krijgt op de Boulevard. Het is een goede zaak dat dit mooie beeld wordt opgenomen in de galerij van fraaie beeldhouwwerken die de Boulevard inmiddels is geworden. Het is ook een postuum eerbetoon aan een sympathieke, zeer vakbekwame kunstenaar uit onze gemeente.
Het artikel in het Leidsch Dagblad was voor mij aanleiding om wat Katwijkse termen bijeen te harken op het gebied van 'kunst en kitsch'.
Beeletjies
Een kunstwerk van de orde van grootte van 'Maatjes' of het gedenkmonument bij de Oude Kerk wordt ook in het Katwijks gewoon een
beeld genoemd. Het verkleinwoord van
beeld en het meervoud daarvan zijn weer apart en heel grappig:
beeletje en
beeletjies. Elke tijd kent zijn eigen
beeletjies. Tot in de eerste helft van de vorige eeuw brachten visserlui als souvenir wel eens een stel van die aardewerk
hondjies uit Engeland of Lerwick mee, die men, volgens de overlevering, daar ook kon aantreffen voor het raam van dames van lichte zeden, waar zij een signaalfunctie vervulden.
Uit de periode dat er nog aardig wat Katwijkers op de
gròòte vaert voeren, hebben sommige families nog kamferkisten, Afrikaanse maskers of andere exotische sculpturen overgehouden. Mijn oma bijvoorbeeld had twee prachtige, zwartgelakte Afrikaanse koppen op het
drezwar (dressoir) staan. Mij werd verteld dat het materiaal azobé was, knalhard hout dat zonk in water. Waar ze gebleven zijn? Joost...
In de jaren vijftig waren ook beeldjes van lange slanke dames met hazewindhonden populair, niet echt art deco of jugendstil, maar wel erdoor geïnspireerd. Later kwamen meer gestileerde beelden en abstracte vormen in de belangstelling.
Op de foto hierboven een vrij klassiek, impressionistisch, bronzen beeldje dat mijn wederhelft en ik mooi vinden. We kochten het jaren geleden bij een bezoek aan het Haags Gemeentemuseum. Het is een kleine kopie van La Petite Danseuse van Edgar Degas.
Borretjies
Een
borretje (bordje)
an de muur is ook nooit weg. Het meervoud wordt op dezelfde wijze als bij
beeletje gevormd, dus:
borretjies. Dellefs blauw (Delfts blauw, in deze verbinding is het dus niet
blaeuw) was heel lang in de mode:
Dellefs blauwe geboorteborretjies,
borretjies mit 't femiliewaepe,
mit spreuke en
gròòtere borde mit de Auwe Kerrek d'r op. In een huiskamer
mit 't Auwe Kerrekje ontbreekt meestal ook geen
bomskuitje als extra decoratief element. Let wel, ik wil het niet belachelijk maken, zelf heb ik ook ergens nog zo'n wandbord liggen met een voorstelling van de kerkgang bij de Oude Kerk. Ik heb alleen geen goede plek om het op te hangen. Dat geldt trouwens ook voor de
Makkumer borde uit weer een latere periode, die ook eens een 'hype' waren.
Skilderijtjies en Stengelin
In het Katwijks zijn er geen aparte woorden voor litho, pentekening, aquarel, gouache, zeefdruk, houtgravure of andere grafische mikmak die we zoal aan de muur hangen. Evenals een olieverfschilderij zijn het alle
skilderije of
skilderijtjies.
Voor sommige materialen is er wel een Katwijkse term, bijvoorbeeld
olievùrref,
waetervùrref,
hauwskòòl (houtskool) en
potlòòie (meervoud van
potlòòd).
Overdrachtelijk gebruikt heeft
skilderijtje de betekenis van mooie vrouw of mooi meisje. In een voorbeeldzin:
Die mààid van hunnie buurlui is 'n skilderijtje.
In Katwijk hebben vroeger veel beroemde kunstschilders gewerkt. Een van hen was de Franse schilder Alphonse Stengelin (1852-1938), naar wie de Stengelinstraat genoemd is. Deze straat wordt door Katwijkers letterlijk
Stengelin(g)straet genoemd, vaak met die tweede
g erbij. De correcte uitspraak is 'Stenzjelèn'. Als je er een huis hebt, kan ik me voorstellen dat het je eigenwaarde en tevens gevoelsmatig de waarde van je huis opkrikt als je zegt in de 'Stenzjelènstraat' te wonen. Het klinkt een stuk 'daftiger', maar je zegt het niet om niet
uithàànig over te komen.
Koos van Duyn vertelde mij een keer, dat oudere mensen vroeger in de fotozaak om een
skampioentje kwamen. Hiermee bedoelden ze een uitvergroting van bijvoorbeeld een pasfoto van een overleden dierbare. Stuur Katwijkswoordenboek.nl alstublieft even een mail als u weet waar de eigenaardige term
skampioentje vandaan komt, want Leendert de Vink en ondergetekende tasten hierover geheel in het duister.
Een portret is in het dialect een
petret (spreek uit als 'putret'). Net als in het Nederlands is de figuurlijke betekenis een brutaal of niet-deugend persoon:
Je mot uitkijke mit die vent, 't is 'n petret; hij belaetaefelt je waer je bij staet.
Eind jaren vijftig kwamen er in Nederland portretjes in zwang van jongetjes met een petje, schoffies met een peukje in de mond en kinderen met betraande oogjes. Dit genre, dat tot pakweg de jaren zeventig nog vrij populair was, werd door Katwijkers kortweg een
peukje of
traentje genoemd. Men kon je vragen:
Hebbe jollie nog gien peukje of 'n traentje in huis?
Jaap van der Marel